Historie - 1988 tot heden

BVV Den Bosch
Op 1 juli 1988 werd FC Den Bosch hernoemd naar BVV Den Bosch, vanwege een samenwerking met (de jeugdafdeling van) naastgelegen amateurclub. BVV Den Bosch bleek uiteindelijk geen succes te zijn, al werd in eerste instantie nog wel een zevende plek behaald, en kwalificatie voor de Intertoto Cup. In het tweede jaar met de nieuwe naam ging het echter bergafwaarts met de club. Van de enige zes Europese wedstrijden die Den Bosch ooit speelde, won het alleen thuis van FC Luik (niet te verwarren met Standard). Ook de competitie eindigde rampzalig; de zeventiende plek hield in dat de club na al die prachtige jaren weer in de eerste divisie moest gaan acteren.

Bekerfinale
Het eerste seizoen in de eerste divisie viel enorm tegen, al zorgde het bekertoernooi voor de meest gedenkwaardige wedstrijd uit de historie van de club. Via onder meer Vitesse en Roda JC werd op 2 juni 1991 de bekerfinale behaald.

Feyenoord was in de eigen Kuip de tegenstander was. Een kwartier voor tijd stonden de Rotterdammers met 1-0 voor, maar de Bossche gelijkmaker leek in de lucht te hangen. Een aantal minuten voor tijd stormden de Rotterdamse fans echter het veld al op, en de scheidsrechter besloot de wedstrijd te staken. De KNVB hanteerde de 1-0 tussenstand als uitslag, waardoor Feyenoord de beker won. Een kort geding tegen de Nederlandse Voetbalbond leverde niets op. Vanwege het stappen naar de burgerrechter kreeg de FC zelfs een schorsing van de UEFA: drie jaar uitsluiting van Europees voetbal.

In het laatste seizoen als BVV Den Bosch eindigde de ploeg op de tweede plaats, en promoveerde het, via de nacompetitie, weer naar de eredivisie. Het bestuur besloot de naam FC Den Bosch weer te gaan hanteren, maar lang duurde het verblijf in de eredivisie niet; al na een seizoen mocht de Bossche club weer terug naar het tweede profniveau. Daar zakte de club in de volgende jaren zelfs tot de onderste regionen, met als absoluut dieptepunt in de historie de laatste plaats in de eerste divisie in 1994/1995. Aan de hand van talenten als Ruud van Nistelrooy, Anthony Lurling en Theo Lucius werd hierna gelukkig weer snel de weg naar boven ingeslagen.

Kampioenschappen
Net voor de eeuwwisseling braken de zeven knotsgekke jaren aan, waarin de club meer dan eens van zich deed spreken, en de naam heen-en-weer van FC Volendam leek over te nemen. Er konden in de nieuwe Vliert in korte tijd liefst drie kampioenschappen gevierd worden (in '98/'99, '00/'01 en '03/'04), maar helaas kon FC Den Bosch zich niet staande houden in de eredivisie; na iedere promotie volgde direct weer degradatie.

De tweede Nederlandse profcompetitie, alweer enige jaargangen Jupiler League genaamd, is daarmee al een decennia lang het werkterrein van de mooiste club van Nederland en omstreken.