Interview met Wiljan Vloet: deel I
5 maart 2016 om 09:49
Drie weken geleden werd Wiljan Vloet aangesteld als nieuwe hoofdtrainer. Wij spraken deze week uitgebreid met hem. Vandaag deel I van dit interview, waarin hij onder meer spreekt over zijn keuze en toekomstvisie.
Is het prettig om even wat extra tijd te hebben naar de volgende wedstrijd toe?
“Vrij zijn na een verloren wedstrijd vind ik eigenlijk helemaal niets. Ik wil zo snel mogelijk weer punten pakken. Wel hebben we nu iets meer tijd om wat accenten te zetten, al weten we dat we niet als een bulldozer tekeer kunnen gaan. Op de achtergrond zijn we daarom al heel veel zaken aan het regelen die met volgend seizoen te maken hebben.”
Je bent toch weer aan de slag gegaan als hoofdtrainer, wat je eigenlijk zelf niet meer had verwacht.
“Veel mensen dachten dat ik die functie niet meer wilde, maar dat heb ik nooit gezegd. Ik ben voetbalgek, zal de voetballerij nooit verlaten. Daarom wilde ik dan maar iets op amateurniveau gaan doen. Afgelopen zomer was immers de algehele tendens dat er jonge, ambitieuze trainers een kans kregen in het betaald voetbal. Zelf heb ik wel wat gesprekken gevoerd met clubs uit de Eerste Divisie, maar er kwam niks interessants.”
Waarom was FC Den Bosch nu wel interessant?
“Op basis van twee aspecten; ratio en emotie. Qua ratio worden er bij deze club heel veel vlakken niet maximaal benut, waardoor we daar grote stappen kunnen zetten. Tegelijkertijd zijn er al veel zaken goed geregeld bij deze club. MVV heeft bijvoorbeeld maar twee trainers, wij hebben er vier met – naast mijzelf - Paul Beekmans, Erik van der Ven en Jan van Grinsven. Dat is al een stuk prettiger werken. Ook is er veel ambitie.
Wat betreft emotie heb ik hier vrienden voor het leven. Jan van Grinsven, maar ook Wim van der Horst. Met hem heb ik al zestien jaar bijna dagelijks contact. Ik heb Wim weliswaar naar Sparta gehaald, maar eigenlijk hoort hij hier gewoon thuis.
Daarnaast heb ik altijd contact gehouden met Fred van der Hoorn en me altijd zeer gewaardeerd gevoeld als ik hier een wedstrijd kwam kijken – ondanks dat we hier destijds niet de meest succesvolle periode hadden. Dat gaf voor mij de doorslag.”
Wat zijn die vlakken waarop er stappen gezet kunnen worden?
“De manier waarop wij spelers zich laten ontwikkelen, bijvoorbeeld. Naar buiten toe moet overkomen; bij FC Den Bosch heb je misschien geen topsalaris, maar wordt je wel een betere voetballer. Daarnaast kun je bij FC Den Bosch een goede maatschappelijke carrière opzetten, omdat we je ook op dat gebied een kans geven in samenwerking met Schouten & Nelissen.
Als een speler bij FC Den Bosch komt, gaan we zorgen dat hij iedere dag een betere voetballer wordt. Daardoor neemt de kans op een mooie carrière toe.”
Je stapt op een hectisch moment in bij de club, waarbij er met name veel kritiek is richting Fred van der Hoorn.
“Ik heb me er bewust een beetje van afgesloten, maar ik weet wel dat Fred met heel veel dingen bezig is geweest waarvan je denkt: ‘Hoort dat ook op het bordje van een technisch manager?’ Dat is in de loop der jaren zo gegroeid en was echt noodzakelijk voor het voortbestaan van de club. We moeten ook niet vergeten dat de club nog niet zo lang geleden op sterven na dood was en dat er achter de schermen veel meer gedaan wordt dan men ziet. Maar je weet ook hoe het gaat in de voetballerij; als ik zes wedstrijden verlies, word ik als trainer kop van jut. Dat gevoel krijg ik ook bij Fred; dat de kritiek niet gebaseerd was op inhoud, maar op basis van dat hij hier al veertien jaar zit. Het moet juist gaan om de inhoud.”
Zelf heb je een vergelijkbare situatie meegemaakt bij Sparta.
“Dat was in mijn ogen ook heel onterecht. Ik kwam bij Sparta toen de club op het dieptepunt in haar historie was en onderaan in de Jupiler League stond. We hebben de club gezond gemaakt en creëerden een nieuw elftal. Ik heb de jeugd weer nieuw leven in geblazen. We hebben veel jonge jongens naar het eerste gehaald en zelfs verkocht; in 2,5 jaar tijd verkochten we spelers voor totaal 2,5 miljoen. En dat in de Eerste Divisie! Dat vergeten mensen.
Als het tegenzit, komen er machten los omdat heel veel mensen zich er mee gaan bemoeien. Ik heb fouten gemaakt bij Sparta, laat dat duidelijk zijn, maar ik denk dat het onterecht is zoals men mij destijds benaderden.”
Wat doet dat met je als mens?
“Zelf ben je gehard in de voetballerij, al raakt het je wel. Maar wat je nog veel meer raakt is dat je omgeving er mee te maken krijgt. Als je thuis komt en je kinderen en je partner zijn er mee geconfronteerd. Dat is pittig.
Daarnaast zijn er destijds bij mij normen en waarden overschreven. Ik ben bedreigd, waarbij ik dacht: ‘Waar is dat nou voor nodig?’ Uit je onvrede, vraag of ik wegga, maar bedreigen? Ik ging er tegenin, omdat ik vond dat ik stond voor 260 mensen die – fulltime of als vrijwilliger – voor de club werken. Dan vind ik ook dat ze een directeur moeten hebben die een duidelijk grens trekt als er bedreigingen in het spel komen.”
Je bent opvallend breed georiënteerd als hoofdtrainer, met ook ervaring als algemeen directeur.
“Er zullen maar weinig mensen in Nederland zijn die algemeen directeur, technisch directeur, hoofd jeugdopleiding bij een topclub, trainer in de Eredivisie, de Eerste Divisie, in het buitenland en docent KNVB zijn én een keurige maatschappelijke opleiding gevolgd. Ik denk daarom dat ik heel allround ben. Daardoor kan ik ook beoordelen dat Fred zijn huidige werkzaamheden prima uitvoert.”
Je hebt nu een contract getekend tot 2018. Kunnen we daarom concluderen dat hoofdtrainer de enige functie is die je nu ambieert?
“Ja, al ben ik ook een andere trainer geworden dan ik vroeger was. Vroeger deed ik bijvoorbeeld veel meer alleen. Trainer zijn is een ervaringsvak. Ik ben een betere trainer geworden, doordat ik nu veel meer mensenkennis heb en weet hoe de voetballerij werkt. Ik ambieer het trainerschap, werk samen met jongens als Paul en Erik die ik op kan leiden en ik kan de organisatie helpen met al mijn kennis. In het begin was het even zoeken, maar nu heb ik het goed naar mijn zin.”
In hoeverre kan je die ervaring toepassen als je in februari bij een nieuwe club instapt?
“Ik denk zelfs dat het alleen maar kan als je ervaring hebt. Deze situatie heb ik al een keer meegemaakt bij NEC. Het is niet ideaal om halverwege in te stappen, maar door al mijn ervaring ken ik de positie waarin we nu zitten. Neem bijvoorbeeld de wedstrijd tegen MVV; dat gedrag zou je normaal gesproken in de tweede of derde week van de voorbereiding zien. Iedereen wilt zich laten zien aan de nieuwe hoofdtrainer. In het begin gebeurt dat nog rustig, maar tegen MVV speelt iedereen zijn eigen wedstrijd - met als gevolg dat het helemaal niets is. Daar zijn we aan gaan werken, al hebben we geen tijd. Tegen FC Dordrecht moet het gewoon drie punten opleveren.”
Morgen het andere deel van dit interview, waarin Vloet onder meer spreekt over de Jupiler League en het restant van dit seizoen.
Bron: FCDBFans.nl